Avant-garde architectuur uit Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie | Verfijnd en oorspronkelijk

Karina Groot december 2018

K.S. Melnikov, Zoejev Arbeidersclub, 1927-1927. Beeld Cemal Emden 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De drukke metropool Moskou telt nog maar enkele voorbeelden van de avant-gardistische bouwkunst, waarin architecten experimenteerden met ruimte, licht, materiaal en technologie. De gebouwen onderscheiden zich door rechte lijnen, rechthoeken, dynamische hoekgevels, schuine balkons, grote glaspartijen en veelvuldig gebruik van ijzer en beton. De monumenten zijn soms gerestaureerd, vaak verpauperd en vervallen, maar ogen altijd verfijnd en oorspronkelijk.

Idealen
De avant-garde architecten uit Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie leverden uitzonderlijk werk in een ingrijpend tijdsgewricht. Met de revolutie in 1917 kwam immers een einde aan een maatschappij waarin de tsaar en een kleine elite om hem heen alle macht en kapitaal in handen hadden. Er ontstond een nieuwe maatschappij die volgens de ideologie van Lenins Communistische Partij macht en bezit eerlijk zou verdelen onder de arbeiders.

Veel architecten geloofden in de ideologie van de Communistische Partij. Ze werkten in dienst van de nieuwe ideologie. Niet de afzonderlijke mens, maar arbeiders, ambtenaren, studenten en scholieren waren hun doelgroep. De architecten richtten zich vooral op het ontwerpen van bijvoorbeeld fabrieken, fabrieksscholen, arbeidersclubs, garages en wooncomplexen waarin keuken, sanitair en ruimtes voor sociale activiteiten werden gedeeld.

Deze avant-garde architectuur uit Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie wordt ten onrechte vaak gelijkgesteld aan het constructivisme. Naast constructivisten maakten echter rationalisten en onafhankelijke architecten er ook deel van uit.

Rationalisten
De rationalisten vormden in 1923 de ASNOVA brigade, de associatie van nieuwe architecten. Hiertoe behoorden onder meer Vladimir Krinsky, Nikolai Ladovsky, El Lissitzky en Victor Balichin. Deze architecten richtten zich niet zo zeer op het ontwerpen van gebouwen, maar veel meer op het proces dat daaraan voorafgaat; onderzoek en onderwijs. Zij bestudeerden vooral vorm, ruimte en kleur. Van de rationalisten zijn daarom ook praktisch geen gerealiseerde projecten te vinden. Een uitzondering is het Chavsko-Sjabolovsky wooncomplex in Moskou. De afwezigheid van gerealiseerde projecten betekent echter niet de afwezigheid van invloed. Tot op de dag van vandaag dienen hun analyses, methoden en studies als verplicht lesmateriaal op vele faculteiten Bouwkunde.

Constructivisten
De constructivisten vormden twee jaar later in 1925 de OCA groep, de vereniging van moderne architecten. Deze vereniging liet talrijke gerealiseerde projecten na. De gebroeders Vesniny en Moïsej Ginzboerg stonden aan het hoofd van de groep, waartoe architecten als Ivan Leonid, Vladimir Vladimirov, Michail Barsjtsj, Andrei Nikolajev en Alexander Nikolsky behoorden. Voor hen was functie heel belangrijk en de vraag hoe het leven van sociale groepen volgens de nieuwe communistische ideologie binnen ruimtes optimaal kon worden georganiseerd.

Onafhankelijke architecten
De onafhankelijke architecten hielden zich principieel afzijdig van de opvattingen van de rationalisten en constructivisten. Een voorbeeld van zo’n architect was Konstantin Melnikov. Hij ontwierp clubgebouwen, garages en zelfs een eigen huis. Hij schiep misschien wel de meest bekende monumenten van de avant-garde. Denk aan het Melnikov huis, de Roesakov Arbeidersclub, de Svoboda club en het busdepot dat in 2013 tot het Joods Museum en Tolerantie is verbouwd. Ook Vladimir Sjoechov was een onafhankelijk architect. Zijn radiotoren in Moskou wordt als eerste werk van de avant-garde architectuur uit uit Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie beschouwd.

Gevaar
In 1932 dicteerde Stalin dat ‘kunst begrijpelijk moest zijn voor burgers en een weerspiegeling van het werkelijke leven in haar revolutionaire ontwikkeling’. Het werk van de avant-gardisten verklaarde hij als elitair, verwerpelijk en een gevaar voor de staat. Deze opvatting had dramatische gevolgen voor architecten, die Stalin niet openlijk steunden. Sommigen emigreerden daarom noodgedwongen. Sommige architecten werden opgepakt en veroordeeld tot de goelagkampen, waar soms de dood op volgde.

Werken en soms zelfs leven werd avant-gardistische architecten dus onmogelijk gemaakt.  Een aantal van hun gebouwen doorstond wonderlijk genoeg de barre tijden van de Stalinterreur.

Waarde
Helaas waarderen maar weinig Moskovieten de avant-gardistische gebouwen in hun stad. De meesten willen het eraan verbonden Sovjetverleden graag vergeten. Rijke oligarchen investeren hun geld liever in werk van beeldende kunstenaars van de Russische avant-garde. Zo werd een suprematistische compositie van Kazimir Malevich uit 1916 onlangs door het veilinghuis Sotheby’s voor rond de 46 miljoen euro verkocht.

Was er maar zo’n waardering voor de werken van de avant-garde architectuur uit Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie.

K.S. Melnikov, Roesakov Arbeidersclub, 1929. Beeld Cemal Emden  

 

 

K.S. Melnikov, Menikov huis, 1927-9. Beeld Cemal Emden  

 

Cover: K.S. Melnikov, Zoejev Arbeidersclub, 1927-29. Beeld Cemal Emden  

Further Projects